Kenmerken
De watervleermuis (Myotis daubentoni, familie Vespertilionidae) is een middelgrote vleermuis (gewicht 7 tot 15 gram) met middellange, relatief brede vleugels en een spanwijdte van 24 tot 27,5 cm. De watervleermuis kan verward worden met de overeenkomstig gekleurde meervleermuis (M. dasycneme), maar is kleiner en heeft kortere oren. De jachtvlucht van deze vleermuis boven water is in vergelijking met de meervleermuis hectischer, met meer bochten. Boven open water zijn vlieggedrag en het echosignaal op de batdetector van beide soorten eenduidig te determineren.
Ecologie
De watervleermuis is een boombewonende soort van half open tot gesloten, waterrijk en bosrijk landschap. Grote dichtheden van deze soort worden vooral daar gevonden waar zowel beschut water als oud bos of oude bomen aanwezig zijn. De soort jaagt vlak boven het wateroppervlak van beschutte wateren of aan de beschutte kant van vijvers in landgoederen en parken en langs smalle vaarten, langzaam stromende rivieren en beken. Bij windstil weer wordt beschutting minder belangrijk. De watervleermuis kan ook boven land jagen, relatief laag boven bospaden of op beschutte, open plekken in het bos, en soms hoger tussen de boomkronen. Watervleermuizen vangen insecten van het wateroppervlak of vlak boven het water. De prooien worden met de relatief grote achterpoten van het water geharkt. Boven oevers en langs vegetatie worden insecten uit de lucht gevangen. Dansmuggen vormen het belangrijkste voedsel en maken 70 tot 99 % van de prooien uit. Daarnaast worden kleine langpootmuggen, vlinders en kevers gegeten. Zomergroepen van de soort zijn vooral bekend van spleten en gaten in holle bomen. Bij uitzondering worden (kraam)groepen op kerkzolders, in vleermuiskasten, in bunkers of in oude forten gevonden. Ieder vrouwtje krijgt één jong per jaar. Een verwante groep vrouwtjes bewoont een netwerk van bomen waarbinnen individuen en groepen regelmatig verhuizen. Al nadat de jongen enkele dagen oud zijn, worden deze meegenomen naar andere verblijfplaatsen. Kolonies variëren van enkele tientallen tot meer dan honderd dieren. De leefgebieden van naburige groepen kunnen gedeeltelijk overlappen zonder dat er noemenswaardige uitwisseling tussen die groepen plaatsvindt. De homerange varieert afhankelijk van de ligging van de kolonies ten opzichte van het jachtgebied van enkele kilometers tot meer dan tien kilometer. Als winterverblijf gebruikt de watervleermuis ondergrondse locaties in grotten, mergelgroeven, oude steenfabrieken, bunkers, forten, vestingwerken, ijskelders en (kasteel)kelders. In de herfst (vanaf half augustus) en in het voorjaar (half maart) worden winterverblijven gebruikt als ‘zwermlocatie’. Tijdens deze fasen kunnen grote groepen jonge mannetjes, maar ook gemengde groepen van vrouwtjes en volwassen mannetjes bij de ingangen en in de verblijven worden waargenomen. Tijdens het zwermen en in de winterverblijven wordt gepaard. De winterslaapstrategie is die van de stabiele slaper (van september/oktober tot maart/april) waarbij de vleermuizen slechts een enkele keer wakker worden. De watervleermuis is een standvleermuis tot middellange afstandstrekker. Er zijn terugmeldingen van geringde dieren bekend van 10 tot 175 km.
Verspreiding
De soort komt in heel Europa voor van Spanje en Italië in het zuiden tot aan de 63ste breedtegraad in het noorden (Midden-Scandinavië) en oostelijk tot ver in Rusland en de Kaukasus. In het zuiden van Europa zijn de waarnemingen van de watervleermuis verspreid en zeer schaars. In Spanje, Frankrijk en Italië lijken de watervleermuis en de eveneens boven water jagende Capaccini’s vleermuis (M. capaccinii) te overlappen. In de Balkan en Griekenland komt alleen nog M. capaccinii voor.
De verspreiding in Nederland toont een duidelijke binding met de oudere bossen in de duinen van West-Nederland, de hogere zandgronden in het oosten en het krijtlandschap van Zuid-Limburg. Daarbuiten komt de soort in het laagland voor op plaatsen waar oudere bossen of parken aanwezig zijn. In het noordwestelijke laagland worden in bosarme omgeving soms kleine groepen op zolders gevonden. De populatie in ons land wordt geschat op 15.000 tot 30.000 dieren. Schattingen van de Europese populatie zijn niet bekend.
Bescherming
De watervleermuis is een algemeen voorkomende soort, waarvan de aantallen in de afgelopen vijftig jaar in Nederland en Europa zijn toegenomen. Specifieke beschermingsmaatregelen zijn voor deze soort niet vereist. Net als voor andere bosbewonende vleermuizen geldt dat het beheer gericht moet zijn op het behoud van een halfopen bosrijk en waterrijk landschap met oude bomen waarin holten zijn. In het landschap moeten onverlichte, aaneengesloten lijnvormige elementen behouden blijven als verbindingsroutes. Vliegroutes moeten zo min mogelijk door infrastructuur voor auto- en treinverkeer doorsneden worden.
Bronnen
Deskundigheid
Deskundigen aangewezen op grond van artikel III, lid, 5 van de Overeenkomst voor de Bescherming van Populaties van Europese Vleermuizen (Bats Agreement). Zoogdiervereniging. Regionale Vleermuiswerkgroepen.
Literatuur
- Bal, D., H.M. Beije, M. Fellinger, R. Haveman, A.J.F.M. van Opstal & F.J. van Zadelhoff, 2001. Handboek Natuurdoeltypen (tweede, geheel herziene editie). Rapport Expertisecentrum LNV nr. 2001/020.
- Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers (red.), 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen. 2e druk. KNNV Uitgeverij, Utrecht.
- Limpens, H.J.G.A., 2002 2005. Cursusmaterialen t.b.v. de cursus "vleermuizen en planologie". Zoogdiervereniging VZZ / Eco Consult & Project Management.
- Limpens, H.J.G.A., P.Twisk & G. Veenbaas, 2004. Met vleermuizen overweg. Brochure over vleermuizen en de wijze waarop bij planning, aanleg, reconstructie en beheer van wegen praktische invulling kan worden gegeven aan de wettelijke zorgplicht voor vleermuizen. Uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Wegen Waterbouwkunde, Delft, en de Zoogdiervereniging, Arnhem. 24 pp.
- Lina, P.H.C. & G. van Ommering, 1994. Rode lijst van bedreigde en kwestbare zoogdieren in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC natuurbeheer nr. 12.
Websites