Beschrijving
De Spaanse vlag (Euplagia quadripunctaria) is een dagactieve nachtvlinder van de familie der beervlinders (Arctiidae), een wereldwijd voorkomende familie met zo’n 10.000 soorten, waarvan ongeveer 200 in de gematigde zone van het noordelijke halfrond. De soort is ook wel bekend onder de naam ‘Russische beer’ of ‘gestreepte beervlinder’. Synonieme wetenschappelijke geslachtsnamen zijn Callimorpha, Phalaena, Noctuna en Panaxia. In de verschillende deelarealen worden ondersoorten onderscheiden; in Nederland komt de meest algemene ondersoort E. q. quadripunctaria voor. Het meest bedreigd is een ondersoort (E. q. rhodosensis) die uitsluitend op het Griekse eiland Rhodos voorkomt in de zogenaamde vlindervallei; de nachtvlinder vormt hier een toeristische attractie wanneer hij ‘s zomers in duizendtallen rust op boomstammen, om op deze manier de heetste periode van de dag door te komen. De Spaanse vlag is een relatief plompe nachtvlinder met een spanwijdte van 5,0 tot 6,5 cm. De vlinder is opvallend gekleurd door de zwarte voorvleugels met roomwitte tekeningen in de vorm van strepen en de rode ondervleugels met zwarte vlekken. Het hoofd is wit met gele en zwarte vlekken en draagt twee enkelvoudige antennes. De thorax is wit met een donkere rugkant, het onderlijf is rood.
Ecologie
De volwassen vlinders en de rupsen van de Spaanse vlag prefereren ieder een verschillende habitat. De volwassen dieren leven op warme, liefst kalkrijke hellingen, waar ze min of meer gebonden zijn aan bosranden, struwelen, zomen en ruigten. De vlinders zijn actief in de maanden juli en augustus; ze halen hun nectar vooral uit de bloemen van koninginnenkruid (Eupatorium cannabinum). De kleine rupsen leven op vochtige, schaduwrijke plaatsen, meestal langs beken, waar ze worden aangetroffen op algemene plantensoorten, zowel op lage kruiden als op hoog opschietende ruigtplanten, zoals grote brandnetel (Urtica dioica), framboos (Rubus idaeus), braam (Rubus fruticosus agg.), wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) en wilgeroosje (Epilobium). De rupsen komen in september uit de eitjes, overwinteren vervolgens en verpoppen aan het begin van de zomer tot volwassen vlinders. De vlinders trekken niet over grote afstanden, zodat een combinatie van een warme helling en een beek aan de voet van de helling het geëigende biotoop vormt voor de soort. In ons land herbergt de Sint-Pietersberg met het Jekerdal een dergelijk gecombineerd milieu.
Verspreiding
Het verspreidingsgebied van de soort omvat Midden- en Zuid-Europa alsmede Klein-Azië. De noordgrens van haar areaal loopt van Zuid-Engeland, via de Baltische landen tot aan de Oeral. De zuidgrens ligt bij de Middellandse Zee, waar ze ook op enkele eilanden voorkomt. In het zuidoosten komt de soort voor tot in Turkmenistan en Iran. De Spaanse vlag heeft binnen haar areaal een ijl verspreidingspatroon, waarbij ze vooral gebonden is aan laagland- en heuvelgebieden. Waar de soort voorkomt, wordt ze echter wel vaak in grote aantallen gezien.
Nederland ligt aan de noordwestelijke grens van het verspreidingsgebied. In ons land is de soort alleen bekend uit Zuid-Limburg. In de jaren 1950 is zij waargenomen in de omgeving van Vaals, in het Gulpdal bij Slenaken en op de Sint-Pietersberg bij Maastricht. Alleen van die laatste locatie worden de laatste jaren met regelmaat waarnemingen opgegeven, wat wijst op een duurzame populatie. Waarschijnlijk zijn deze vlinders oorspronkelijk afkomstig van het Belgische deel van de Sint-Pietersberg, waar al jaren een vaste populatie aanwezig is. De uitbreiding noordwaarts kan te maken hebben met de reeks van warme zomers in de afgelopen jaren. Recente waarnemingen in het Bunderbos, Savelsbos en delen van het Geuldal duiden erop dat de uitbreiding zich voortzet; de komende jaren zullen leren hoe stabiel deze is.
Bescherming
Het betreft in Europa een wijdverspreide soort, waarvan vooral de ondersoort op Rhodos sterk bedreigd is (deze ondersoort vormde feitelijk de aanleiding voor plaatsing van de Spaanse vlag op Annex II van de Habitatrichtlijn). In Nederland, waar de vlinder de grens van het areaal bereikt, lijkt eerder sprake van uitbreiding dan van bedreiging.