Home › Soorten › Slobeend (Anas clypeata)
Soort als bedoeld in artikel 4 lid 2 Vogelrichtlijn, Bijlage II/A (artikel 7 lid 2 Vogelrichtlijn) en Bijlage III/B (artikel 6 lid 3 Vogelrichtlijn) met het beschermingsregime van de artikelen 3.1 en 3.2 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Nota van Antwoord Vogelrichtlijn, Bijlage 2A in Bijlage 1 (Ministerie van EL&I, 2000)
Publicatieblad van de Europese Unie L 236 van 23.9.2003 (selectie Nederlandse soorten: Ministerie van EL&I)
Publicatieblad van de Europese Unie L 215 van 27.8.2003 (selectie Nederlandse soorten: Ministerie van EL&I)
Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats, Appendix III (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Convention on Migratory Species, Appendix 2 (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds, Annex 2 (selectie Nederlandse soorten: Ministerie van EL&I)
Staatscourant nr. 68427, 30 november 2017
Landelijke natuurmeetnetten van het NEM in 2004 (CBS, 2005)
Foto Hans van der Meulen
Foto Wijnand van Buuren
De Slobeend is gebonden aan zoet of zout water. In de nazomer komen grote aantallen voor in het IJsselmeergebied en Zuidelijk Flevoland. Wat later maakt de soort ook veel gebruik van het Lauwersmeer, het Deltagebied en het rivierengebied. 's Winters en vooral in strenge winters beperkt het voorkomen zich grotendeels tot het westen en zuidwesten van Nederland, vooral in Noord- en Zuid-Holland, het Deltagebied en het westelijke rivierengebied. In zachte winters zijn het oostelijke rivierengebied, Zuid-Flevoland en Friesland eveneens van belang. De soort foerageert al zwemmend op dierlijk en plantaardig plankton, dat met hun speciaal gebouwde snavel uit het water wordt gefilterd (SOVON 1987, Van Roomen et al. 1994, Voslamber et al. 1997, Cramp 1998).