Home › Soorten › Rotgans (Branta bernicla ssp. bernicla)
Soort als bedoeld in artikel 4 lid 2 Vogelrichtlijn met het beschermingsregime van de artikelen 3.1 en 3.2 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Nota van Antwoord Vogelrichtlijn, Bijlage 2A in Bijlage 1 (Ministerie van EL&I, 2000)
Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats, Appendix III (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Convention on Migratory Species, Appendix 2 (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds, Annex 2 (selectie Nederlandse soorten: Ministerie van EL&I)
Handboek Natuurdoeltypen, bijlage 3 (Ministerie van EL&I, 2001)
Onbekend
Landelijke natuurmeetnetten van het NEM in 2004 (CBS, 2005)
Foto Louis Westgeest
Foto Hans van der Meulen
De Rotgans is gebonden aan de kustzone en verblijft van oktober tot maart vrijwel uitsluitend in het Wadden- en Deltagebied. De soort foerageert in het najaar vooral op wadplaten en slikken in het getijdengebied en in het Deltagebied ook op grasland. Vooral in het Deltagebied en in mindere mate in het Waddengebied, schakelen vele ’s winters over op het foerageren in binnendijkse gebieden, zoals grasland en akkers (wintergranen en graszaad). Vanaf februari nemen vooral in het Waddengebied de aantallen sterk toe en de soort komt dan behalve op de eilanden ook veel voor langs de Fries-Groningse kust. In het voorjaar wordt veelal overgeschakeld naar buitendijkse kweldergebieden. De slaapplaatsen bevinden zich in de buurt van de foerageergebieden, op open water, zandbanken of kwelders (Ebbinge et al. 1987, SOVON 1987, Koffijberg et al. 1997, Ebbinge et al. 1999).