Beschrijving
De muurhagedis (Podarcis muralis)Ecologie Muurhagedissen komen in allerlei habitats voor, maar in het noorden van het verspreidingsgebied worden uitsluitend droge, op het zuiden gerichte stenige plaatsen bewoond, voornamelijk muren en rotswanden. In Maastricht zijn dit verticale muren van vestingwerken, stenige spoortaluds en steenhopen op ruderale terreinen. Al deze plekken zijn rijk aan holen en spleten, waarin de dieren zich kunnen verbergen en overwinteren. Ze zonnen op spaarzaam begroeide plaatsen en vluchten bij bedreiging in spleten of tussen de naburige vegetatie, waar ze ook foerageren. Het voedsel van muurhagedissen is bijna uitsluitend dierlijk, klein en ongewerveld. Favoriet zijn insecten (vooral vliegen, muggen, motjes en in mindere mate sprinkhanen, kevers en wantsen) en spinnen. Daarnaast worden pissebedden, duizendpoten en soms mieren gegeten. Voedsel wordt gevonden in droge, korte vegetaties en aan de voet van steenconstructies.
De mannetjes verdedigen een territorium van 15-25 m2. In de winterperiode (januari) zijn af en toe zonnende dieren te zien, maar meestal komen ze na de winter te voorschijn, de mannetjes een maand eerder dan de vrouwtjes. Vanaf half april vormen muurhagedissen paartjes, waarna in mei de voortplantingsperiode begint, die tot half juni duurt. Van half mei tot half augustus worden eieren gelegd. In een klein holletje aan het eind van een zelf gegraven, 10-20 cm lang gangetje worden 2 tot 10 eieren afgezet. Afhankelijk van de temperatuur komen deze na 6-11 weken uit, in onze contreien door het relatief koele klimaat meestal erg laat, soms pas in oktober. Daardoor is het geboortesucces laag. Deze geringe reproductie wordt in de populatie van Maastricht enigszins gecompenseerd door het bereiken van een hoge leeftijd, van wel tien jaar.
's Nachts, tijdens bewolkte en regenachtige dagen en op het heetst van de dag trekken muurhagedissen zich terug in holten, open muurvoegen en spleten.
Verspreiding
Het areaal van de muurhagedis omvat Centraal- en Zuid-Europa, met uitzondering van het uiterste noordwesten van Turkije. De noordgrens van de verspreiding valt min of meer samen met de lijn Maastricht-Bratislava. De soort ontbreekt op de Britse eilanden en op de grote eilanden in de Middellandse Zee, evenals in Zuid-Italië en het grootste deel van het Iberisch Schiereiland (daar alleen in het noorden). Maastricht is voor de soort de noordelijkste plek van het verspreidingsgebied. Vlakbij Aken komen de dichtstbijzijnde Duitse populaties voor. De Maastrichtse populatie muurhagedissen bereikte een dieptepunt omstreeks 1980 met nog maar 34 exemplaren. Dankzij gerichte maatregelen kon de muurhagedis zich daarna ontwikkelen tot een florerende populatie van enkele honderden dieren op vier locaties. De twee grootste populaties zijn aanwezig op de Hoge Fronten en Lage Fronten. Daarnaast komen muurhagedissen voor langs de oude spoorlijn Boschpoort en op het bedrijventerrein van Autorecycling Maastricht. Met uitzondering van de Lage Fronten en de spoorlijn zijn de populaties van elkaar geïsoleerd. Het actuele Nederlandse leefgebied beslaat niet meer dan 25 ha. In 2004 en 2005 zijn muurhagedissen waargenomen bij een steenhandel in Echt, in Midden-Limburg en op de Bemelerberg bij Margraten. Deze populaties worden als niet-oorspronkelijk beschouwd. In het eerste geval berust het voorkomen op transport met materiaal uit Zuid-Europa, in het tweede geval zijn waarschijnlijk dieren uitgezet. Populaties van uitgezette dieren kunnen overigens lang stand houden.
Bescherming
Anno 2005 gaat het goed met de enige Nederlandse populatie van de muurhagedis. Echter, omdat het hier een geïsoleerde populatie betreft van geringe grootte en met een lage reproductie, kan de soort snel in de gevarenzone komen. Alle plaatsen waar de soort wordt aangetroffen, vergen actief onderhoud, waarbij de ontwikkeling van de vegetatie in toom gehouden moet worden. De muren zijn bij voorkeur voor 10-40% bedekt met mossen, varens of vaatplanten. Genoeg voedsel is alleen beschikbaar op muren met een korte vegetatie, in aangrenzende droge vegetaties en langs struweel- en bosranden. Voor overwintering zijn diepe, vorstvrije spleten en gaten onmisbaar. Verstoring door recreanten vormt een bedreiging, zo ook loslopende katten en honden. Daarnaast brengt de ligging in de stad met zich mee dat beschaduwende bouwwerken het leefgebied van de muurhagedis aantasten. Illegale vangst en (even illegale) uitzetting met hagedissen die afkomstig zijn van andere plaatsen moet worden voorkomen.
Bronnen
Deskundigheid
CNME, Stichting Centrum voor Natuuren MilieuEducatie, Statensingel 138, 6217 KH Maastricht Tel: 043 321 99 41. Bureau Natuurbalans Limes Divergens BV, Nijmegen Tel: 024-3528801.
Literatuur
- Coelen, J.E.M. (red.), 1992. Verspreiding en ecologie van amfibieën en reptielen in Limburg. Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, Stichting RAVON; Maastricht, Nijmegen.
- Günther, R., H. Laufer & M. Waitzmann 1996: Maureidechse Podarcis muralis. In Günther, R. (Hrsg.) 1996: Die Amphibien und Reptilien Deutschlands. Gustav Fisher Verlag, Jena. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2004. Besluit Rode Lijsten flora en fauna.