Uiterlijk
De grote ijsvogelvlinder is, met een vleugellengte van 35 tot 40 mm een van de grootste dagvlinders van Nederland. De mannetjes zijn bruinzwart van boven met een smalle witte baan en oranje vlekjes langs de onderrand. Het vrouwtje heeft een bredere witte baan over de vleugels lopen. De onderzijde van de vlinder is dieporanje met ook hier een baan met witte cellen.
Verspreiding
De grote ijsvogelvlinder is altijd een zeldzame vlinder geweest. In de eerste dertig jaar van de twintigste eeuw nam het aantal bekende vliegplaatsen toe, met name in Zuid-Limburg. Daarna ging de soort in aantal achteruit en verdween op veel plaatsen. Omstreeks 1945 waren er slechts een gering aantal vliegplaatsen en het aantal vlinders dat in deze periode werd gezien is ook zeer klein. In 1948 werd de grote ijsvogelvlinder voor het eerst op Terschelling gevonden. Daar is de soort - zij het zeker niet jaarlijks - tot 1995 waargenomen. Momenteel wordt de grote ijsvogelvlinder als verdwenen uit Nederland beschouwd.
Leefgebied en voedsel
De grote ijsvogelvlinder is een soort van open, matig vochtige loof- en gemengde bossen met ratelpopulieren. De vlinders vliegen vooral op open, zonnige plaatsen die luw liggen. Er staat een hoge, markante boom waar de mannetjes samenscholen en kleine, jonge populiertjes waarop de eitjes worden afgezet. Naast ratelpopulier is ook de zwarte populier als waardplant bekend. Op de laatste vliegplaats op Terschelling zijn rupsen en vraatbeelden gevonden op zowel ratelpopulier als zwarte populier.
Verblijfplaatsen
De vlinders bevinden zich grotendeel in de boomkruinen. Af en toe komen ze naar beneden om op vochtige plekken of uitwerpselen vocht en zouten op te nemen. De rups zit in de waardboom (ratelpopulier of zwarte populier) en overwintert als halfvolgroeide rups in een zelfgesponnen overwinteringsnest (hibernaculum). Ook de pop bevindt zich aan een blad in de waardboom.
Eisen aan de omgeving
De aanwezigheid van waardbomen (ratelpopulier en zwarte populier) in verschillende leeftijdsklassen.
Kleinschalig gevarieerd bos en bosranden, met open plekken en oudere, hogere bomen die duidelijk herkenbaar zijn in het landschap.
Staat van instandhouding in Nederland
De soort is als ernstig bedreigd opgenomen op de Rode Lijst dagvlinders.
Deskundigheid
De Vlinderstichting.
Literatuur
- Bink, F.A. (1992) Ecologische Atlas van de Dagvlinders van Noordwest-Europa. Schuyt en Co., Haarlem.
- Bos, F.G., M.A. Bosveld, D.G. Groenendijk, C.A.M. van Swaay & I. Wynhoff (2006). De dagvlinders van Nederland verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden. In samenwerking met De Vlinderstichting, Wageningen.
- Boudinot, J. (1987). Éthologie et cycle biologique de Limenitis populi. Alexanor 15 : 67 79.
- Ommering, G. van, I. van Halder, C.A.M. van Swaay & I. Wynhoff (1995) Bedreigde en kwetsbare dagvlinders in Nederland: toelichting op de Rode Lijst. IKC-rapport nr. 18 IKC-Natuurbeheer, Wageningen.
- Zumkehr, P. (1994). Dagvlinders van Terschelling. Uitgeverij Van Gorcum, Assen & KNNV, Terschelling.
Websites