Kenmerken
De grijze grootoorvleermuis (Plecotus austriacus) is een middelgrote vleermuizensoort met als meest opvallende kenmerk de grote oren, waaraan ze hun naam danken. De soort is een naast familielid van de gewone grootoorvleermuis (P. auritus). Met een lengte tot circa zes cm, een gewicht tussen 5 en 13 gram en een spanwijdte van 25,5 tot 29,5 cm is de grijze grootoorvleermuis iets groter dan de sterk gelijkende gewone grootoorvleermuis. De rugvacht is donker leigrijs en de buikvacht lichtgrijs, waardoor de lichtere buik sterk contrasteert met de bovenkant. Opvallend aan de soort zijn: het grijze masker en de grijze vlieghuid, oor en tragus (oorklepje). Tijdens de winterslaap plooien ze hun grote oren onder hun vleugels.
Ecologie
Van de grijze grootoorvleermuis is veel minder ecologische informatie beschikbaar dan van de gewone grootoorvleermuis, maar vermoedelijk komen beide soorten sterk in gedrag overeen. De ‘grijze’ lijkt ten opzichte van de ‘gewone’ iets meer te jagen in tamelijk gesloten, parkachtige landschappen en minder in bosgebied en meer bij menselijke nederzettingen. Het jachtgedrag lijkt verder sterk op dat van de gewone grootoorvleermuis. Over het voedsel is ook weinig bekend. In ieder geval eet de soort, net als de gewone grootoorvleermuis, relatief grote, vaak dagactieve of niet-vliegende prooien. Grijze grootoorvleermuizen jagen in de directe omgeving van de verblijfplaats en gebruiken doorgaans lijnvormige structuren als vliegroute, maar in bos of kleinschalig landschap vliegen ze ook kriskras overal doorheen. In de herfst en in het voorjaar laat de grijze grootoorvleermuis een baltsroep horen, maar over de paartijd is verder weinig bekend. Het winterverblijf is van het onderaardse type, in grotten, kalksteengroeven, oude steenfabrieken, bunkers, vestingwerken en kelders. In Zuid-Europa wordt de soort in de winter ook op zolders en in schuren gevonden. De winterslaap duurt van oktober tot maart/april. Grijze grootoorvleermuizen zijn geen stabiele slapers. Ze worden regelmatig wakker waarbij ze foerageren in of nabij het winterverblijf. De soort is een standvleermuis. Afstanden tussen zomer- en wintergebied bedragen 25 tot 50 km met uitschieters tot ongeveer 80 km.
Verspreiding
De grijze grootoorvleermuis heeft in Europa een zuidelijke verspreiding. Deze vleermuis komt voor vanaf het uiterste zuiden tot in Groot-Brittannië, Duitsland en Polen. Ondanks het zuidelijke areaal, zijn de waarnemingen ook in Zuid-Europa verspreid en schaars. In Nederland is de soort zeer zeldzaam. Grijze grootoorvleermuizen worden alleen in kleine aantallen waargenomen in het zuiden van ons land. Recent is de soort vastgesteld in Zeeuws-Vlaanderen en Noord-Brabant, aan de grens met België. Daarnaast zijn enkele kleine kraamkamers bekend uit Noord- en Midden-Limburg. De totale populatie wordt geschat op minder dan 100 dieren. Betrouwbare schattingen van de hele Europese populatie zijn niet bekend.
Bescherming
Over de verspreiding, de aantallen en trends in aantallen is maar heel weinig bekend. Aangenomen wordt dat de veranderingen zoals die bij de gewone grootoorvleermuis zijn waargenomen, ook voor de grijze grootoorvleermuis gelden. Voor de bescherming is de beschikbaarheid van ongestoorde zomer- en winterverblijven van belang, evenals het behoud van halfopen landschappen, waarin lijnvormige elementen als pendelroutes aanwezig zijn, zoals geldt voor de meeste vleermuissoorten.
Bronnen
Deskundigheid
Deskundigen aangewezen op grond van artikel III, lid, 5 van de Overeenkomst voor de Bescherming van Populaties van Europese Vleermuizen (Bats Agreement). Zoogdiervereniging. Regionale Vleermuiswerkgroepen.
Literatuur
- Buys, J., 1996. Grijze grootoorvleermuizen op Noord en Midden Limburgse kerkzolders. Natuurhistorisch Maandblad 85(3): 50-53.
- Buys, J., H. Heijligers & M. Dorenbosch, 1999. Voor vleermuizen de kerk in. Natuurhistorisch Maandblad 88 (5): 82-93.
- Limpens, Herman J.G.A., 2001. Beschermingsplan Vleermuizen van Moerassen. Rapport 2001.05. VZZ- Arnhem.
- Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers (red.), 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen. 2e druk. KNNV Uitgeverij, Utrecht.
- Lina, P.H.C. & G. van Ommering, 1994. Rode lijst van bedreigde en kwetsbare zoogdieren in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC natuurbeheer nr. 12.
Websites