De Geoorde Fuut broedt in kleine, ondiepe, productieve zoetwaterplassen met een weelderig begroeide, vlakke oever. In Nederland vooral vennen, duinmeren, vloeivelden en ondergelopen gebieden, vooral in Noord-Brabant, Drenthe en het westen van het land. De soort nestelt vaak in de nabijheid van Kokmeeuwen of andere kolonievogels. In de broedtijd bevinden de niet-broedende vogels zich voornamelijk in het westelijke Waddengebied en op het Grevelingenmeer. In de herfst en winter worden vooral zoute en brakke wateren gebruikt. In de nazomer en de herfst worden de westelijke Waddenzee, de Grevelingen en het Veerse Meer gebruikt, terwijl ze op de Noordzee zelden worden waargenomen. De Grevelingen vormt tevens een belangrijk ruigebied. Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit insecten, weekdieren en kreeftachtigen (Voous 1960, Prinzinger 1979, SOVON 1987, Ouweneel 1989, Camphuysen & Leopold 1994, Cramp 1998).