Uiterlijk
De eikelmuis behoort tot de familie van de slaapmuizen waarvan in Nederland twee soorten voorkomen: de eikelmuis en de hazelmuis. Slaapmuizen houden een winterslaap. De rugvacht van de eikelmuis is grijs- tot warmbruin van kleur, scherp afgescheiden van de witte tot geelwitte buik. Het opvallendste kenmerk van de soort is de zwarte tekening op het gezicht, het masker; deze loopt als een streep aan weerszijden van de kop vanaf de snuit, rond de ogen tot achter het oor. De tweekleurige staart is lang (9-13 cm) en pluimvormig; de bovenzijde van de staart is bruin en wordt naar de punt toe zwart, terwijl de onderzijde, evenals de eindpluim, wit is. De eikelmuis is met een gewicht van 50-150 gram (in de herfst nog meer) en een lichaamsgrootte van 11-17 cm groter dan de hazelmuis.
Verspreiding
Buiten Zuid-Limburg kan de eikelmuis alleen worden aangetroffen in Zeeuws-Vlaanderen. Het aantal waarnemingen in Zuid-Limburg is sinds 1973 echter sterk afgenomen (Foppen 1991). De eikelmuis was in Zuid-Limburg van oudsher bekend van een 15-tal gebieden (Bekker et al 2004), maar hiervan resteerden er in de periode 1990-2000 nog maar 5 en in 2003 nog maar 1. Recente waarnemingen zijn alleen bekend van het Savelsbos en directe omgeving (stadsrandzone van Maastricht-oost), maar het is niet uitgesloten dat de soort toch nog in andere oude leefgebieden voorkomt. In Zeeuws-Vlaanderen wordt de soort sinds 1990 sporadisch gemeld, zonder dat bekend is of sprake is van een levensvatbare populatie. Beide voorkomens sluiten aan bij verspreidingskernen in België waar de eikelmuis meer verspreid voorkomt en talrijker is. Buiten het bekende verspreidingsgebied worden af en toe eikelmuizen gemeld. Dit zijn ontsnapte dieren of dieren die via passief transport (auto's of plantmateriaal) uit het buitenland meegenomen worden.
Leefgebied en voedsel
De eikelmuis is een soort van oude rijk gestructureerde hellingbossen (eiken-haagbeukenbos en essen-iepenbos), hoogstamboomgaarden, kleinschalig agrarisch cultuurlandschap en parklandschap in dorpsranden. De soort heeft een voorkeur in Nederland voor plaatsen waar gesteente (mergel) aan het oppervlak komt en als zodanig komen alleen de rivier- en droogdalen met hun hellingen in zuidwest-Limburg als potentieel (oud) leefgebied in aanmerking. In België daarentegen komt de soort meer in het cultuurland voor.
De dichtheid onder natuurlijke omstandigheden varieert van 3-5,5 ex./ha in de zomer tot 40 ex./ha in de herfst. Eikelmuizen zijn vooral ´s-nachts actief en leven zowel in bomen en struiken als op de grond. Hoe hoger de temperatuur hoe eerder de dieren hun schuilplaatsen verlaten. Eikelmuizen houden een winterslaap van oktober tot in april. Mannetjes zijn sexueel actief tot half juli. Vrouwtjes worden in hun tweede jaar geslachtsrijp en zijn zwanger van half mei tot eind juli (afhankelijk van weersomstandigheden kan de zwangerschap worden verlengd). De worpgrootte is gemiddeld 4-6 jongen. De voortplantingsnesten (bolvormig gevoerd met mos, haren en veren, soms omgebouwde vogel- of eekhoornnesten) bevinden zich in boomholten, struweel en soms zelfs in holten in de grond.
Eikelmuizen foerageren tot een afstand van 300 m. van hun nest. De maximale dispersieafstand bedraagt 3 kilometer. Het zijn vooral de juvenielen die deze afstanden afleggen op zoek naar nieuwe leefgebieden.
Eikelmuizen zijn alleseters, variërend van vruchten, zaden en bladeren tot insecten, slakken en zelfs kleine zoogdieren en jonge vogels. Vergeleken met andere slaapmuizen staat er meer dierlijk voedsel op het menu. De eikelmuis is een opportunist en de voedselkeuze varieert met het aanbod in het seizoen.
Verblijfplaatsen
In de zomer verblijft de eikelmuis overdag in holtes in bomen, muren, nestkasten en in omgebouwde nesten van vogels of eekhoorns. Nestkasten worden vooral in het voor- en najaar (mei en oktober) gebruikt. Eikelmuizen leven in losse verbanden, bestaande uit enkele reproducerende vrouwtjes en dominante mannetjes. De niet dominante mannetjes zwerven rond. De eikelmuis maakt de holtes niet zelf maar maakt gebruik van bestaande holtes. De winterslaap wordt doorgebracht in vorstvrije ruimtes in holtes of spleten in mergelgroeven, kelders en bomen. De eikelmuis houdt geen aaneengesloten winterslaap, maar wisselt lange slaapperioden af met korte actieve perioden. Dit is afhankelijk van temperatuursomstandigheden.
Eisen aan de omgeving
Kleinschalig cultuurlandschap (hoogstamboomgaarden, hagen, graften en holle wegen) verbonden in een aaneengesloten netwerk met hellingbossen. Spleten in dagzomende krijtlagen en mergelgroeven. Rijk gestructureerde mantel- en zoomvegetaties met een grote variatie aan bes- en vruchtdragende struwelen.
Staat van instandhouding in Nederland
Ernstig bedreigd. Staat vermeld op de Rode Lijst van kwetsbare en bedreigde zoogdieren in de categorie kwetsbaar. Sterke achteruitgang. De soort loopt kans uit Nederland te verdwijnen. Oorzaken van sterke achteruitgang zijn onbekend, al zal landschappelijke nivellering (hoogstamboomgaarden en kleine landschapselementen rond verspreidingskernen verdwijnen) een grote rol spelen.
Deskundigheid
- Zoogdiervereniging.
- Zoogdierenwerkgroep, Natuurhistorisch Genootschap in Limburg.
Literatuur
- Bekker D., L.S.G.M. Verheggen, F. Ottburg & W. van der Coelen, 2004. Inventarisatie van de eikelmuis in Zuid-Limburg in 2003. VZZ rapportnr. 2003.46. VZZ, Arnhem.
- Broekhuizen S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenck & J.B.M. Thissen 1992 (red.) Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht.
- Foppen R. 1991. Alarm voor de eikelmuis in Nederland. Zoogdier 4(2): 22-26.
- Handboek Natuurdoeltypen 2001, 2e geheel herziene editie. Rapport Expertisecentrum LNV nr. 2001/020, Ministerie van LNV.
- Lina, P.H.C. & G. van Ommering, 1994. Rode lijst van bedreigde en kwetsbare zoogdieren in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC natuurbeheer nr. 12.
Websites