Beschrijving
Drijvende waterweegbree (Luronium natans) is een zeldzame waterplant uit de waterweegbreefamilie (Alismataceae). De plant heeft een wortelrozet met ondergedoken, lijnvormige bladen (5-6 cm lang, 5-8 mm breed) die tot enkele decimeters lang kunnen worden. Later in het seizoen groeien er uit de rozet langgesteelde bladeren aan ijle stengels. Deze drijvende of in het water zwevende, 1-3 cm grote bladeren zijn ovaal en hebben drie opvallende nerven. Aan de rozet ontspringen over de bodem kruipende uitlopers, die aan hun uiteinden weer nieuwe rozetten vormen. De bloemen hebben een diameter van 12-18 mm en spreiden zich boven water uit. Zij hebben drie witte kroonbladen, waarvan het smalle onderste deel geel is. De planten bloeien van juni tot september. De bloeiwijze vormt zich in eerste instantie onder water, maar gaat vervolgens drijven, waarna bestuiving kan plaatsvinden. Soms blijft de bloem gesloten onder water; dan vindt zelfbestuiving plaats. Na de bloei buigt de bloemsteel zich naar beneden zodat de vruchten onder het wateroppervlak rijpen.
Ecologie
De drijvende waterweegbree groeit in uiteenlopende stilstaande of zwak stromende wateren, zoals heide- en veenplassen, duinplassen, meren, afgesloten rivierarmen, laaglandbeken, kanalen, sloten, watervoerende greppels en vijvers. Het best gedijt plant in water dat helder, fosfaatarm, kalkarm en voedselarm of matig voedselrijk is; plaatselijk bevat het water veel ijzer. In voedselrijkere omgeving staat de soort het meest op plaatsen waar regenwater mengt met kwelwater. De soort kan ondergedoken groeien, maar ook op droogvallende oevers staan. Een belangrijk kenmerk van drijvende waterweegbree is haar geringe concurrentiekracht. Pas gegraven of regelmatig geschoonde poelen en vennen bieden een geschikt vestigingsmilieu. Voor een duurzaam behoud zijn omstandigheden nodig die dichtgroeien tegengaan. De soort kan lang standhouden op sterk uitdrogende oevers, in stromend water en in grote wateren waar golfwerking optreedt, onder voedselarme omstandigheden en in diep water waar licht een beperkende factor is. Tegenover het lage concurrentievermogen staat een groot verspreidingsvermogen. Ondergedoken populaties verspreiden zich meestal vegetatief, terwijl de soort zich op oevers als een eenjarige plant gedraagt die rijkelijk bloeit en zaad vormt; het zaad kan onder gunstige omstandigheden 80 jaar kiemkrachtig blijven. Vegetatieve voortplanting vindt plaats via uitlopers aan de wortelrozet die afbreken en elders wortelen. De verspreiding van zaden vindt waarschijnlijk plaats via watervogels, waardoor grotere afstanden kunnen worden overbrugd.
Drijvende waterweegbree komt voor in vegetaties die typisch zijn voor pionierbegroeiingen en voedselarm water, de plant is plantensociologisch gezien de kensoort van de oeverkruidklasse (Littorelletea) met begeleidende soorten knolrus (Juncus bulbosus), oeverkruid (Littorella uniflora), vlottende bies (Scirpus fluitans), naaldwaterbies (Eleocharis acicularis) en pilvaren (Pilularia globulifera). In voedselrijker water groeit ze in fonteinkruidgemeenschappen (Potametea), met onder andere grote waterranonkel (Ranunculus peltatus) en gewoon sterrekroos (Callitriche platycarpa).
Verspreiding
Drijvende waterweegbree heeft een Atlantisch areaal dat zich uitstrekt van de Pyreneeën tot de Britse eilanden en Zuid Scandinavië; oostwaarts reikt de soort tot in Polen. Binnen dit verspreidingsgebied heeft de soort het zwaartepunt in West-Frankrijk, Engeland, Nederland en Noord-Duitsland. In ons land was de plant vroeger op de pleistocene gronden algemeen, maar anno 2005 is de plant daar betrekkelijk zeldzaam. Het meest wordt de soort nog aangetroffen in Noord-Brabant en aangrenzend Noord- en Midden-Limburg. Daarbuiten komt de plant voor in Drenthe, Overijssel, Utrecht en West-Nederland. Verder is een populatie bekend van Terschelling. In Zuid-Limburg en in het laagveengebied is de drijvende waterweegbree waarschijnlijk verdwenen.
Bescherming
In het kleine areaal waarbinnen de soort voorkomt, is drijvende waterweegbree zeldzaam en bedreigd. De achteruitgang in ons land is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan bemesting met fosfaat vanuit landbouwgronden. Ook ontwatering en luchtverontreiniging spelen een rol. In de Brabantse gebieden met de grootste populaties vormt de inlaat van gebiedsvreemd Maaswater (tijdens droge zomers) een grote bedreiging, omdat dit water een totaal verkeerde samenstelling heeft. De resterende duurzame populaties moeten goed in beeld worden gebracht om ze te behouden. Door middel van oude gegevens en zaadbankonderzoek kan gezocht worden naar vroegere groeiplaatsen, waar herstel kansrijk is. De soort zou eigenlijk veel algemener moeten voorkomen in Noord- en Midden-Limburg, op de Veluwe, in Oost-Gelderland, Overijssel, Drenthe in de duinen van de Waddeneilanden, evenals in het laagveengebied en de duinen van het Deltagebied. Plaatselijk heeft enig herstel van de soort plaatsgevonden, maar op andere plaatsen gaat de soort achteruit. Pers saldo gaat de soort helaas nog steeds in aantal achteruit.
Bronnen
Externe deskundigheid
Stichting FLORON, Leiden. WUR-Alterra Wageningen Katkolieke Universiteit Nijmegen
Literatuur
- Bal, D., H.M. Beije, M. Fellinger, R. Haverman, A.J.F.M. van Opstal en F.J. van Zadelhoff, 2001. Handboek Natuurdoeltypen. tweede geheel herziene editie. Rapport Expertisecentrum LNV nr. 2001/020, Wageningen.
- Beekman, W., E. Brouwer en R. Buskens, 2005. Relatie ammoniak en Drijvende waterweegbree in habitatrichtlijngebied De Kempen. Rapport 1761-B Taken Landschapsplanning BV.
- Groen, C.L.G. en B.V. Vreeken, 2002 Voorkomen van Habitatrichtlijnsoorten vaatplanten in Nederland vóór en na 1980. Rapport 2002.27. Stichting FLORON, Leiden.
- Groen, C.L.G. en B. Odé (in prep.) Implementatie Amendement van der Ham 2005. Eindrapportage werkpakket 2a: Potentiëel groeigebied Drijvende waterweegbree. Rapport 2005.051 Stichting FLORON, Leiden.
- Janssen, J.A.M. en J.H.J. Schaminée, 2004. Europese natuur in Nederland. Soorten van de Habitatrichtlijn. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Landsdown, R.V. en P.M. Wade, 2003. Ecology of the floating Water-plantain Luronium natans. Conserving Nature 2000 Rivers Ecology Series No. 9. English Nature, Peterborough.
- Meijden, R. van der, B. Odé, C.L.G. Groen, J.P.M. Witte en D. Bal., 2000. Bedreigde en kwetsbare vaatplanten in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Gorteria 26: 85-208. Natuurcompendium 2003. B 2.12 Planten habitatrichtlijn: aantalsontwikkeling. RIVM, CBS en Stichting DLO.
- Odé, B. en A.T.J. van Dulmen 2004. Onderzoek actualisatiemogelijkheden Drijvende waterweegbree (Luronium natans). FLORON rapport nr 34. Rossenaar, A.J., 2005. Extra aandacht voor Drijvende waterweegbree. Bedreigde soorten project 2005. FLORON-Nieuws pag. 5.
- Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra en T. Westra, 1991. Nederlandse oecologische flora. Wilde planten en hun relaties, deel 4. KNNV Uitgeverij / IVN.
Websites