Home › Soorten › Bontbekplevier (Charadrius hiaticula ssp. hiaticula)
Soort als bedoeld in artikel 4 lid 2 Vogelrichtlijn met het beschermingsregime van de artikelen 3.1 en 3.2 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Soort in Bijlage II Verdrag van Bern met het beschermingsregime van de artikelen 3.5 en 3.6 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Nota van Antwoord Vogelrichtlijn, Bijlage 2A en Bijlage 3A in Bijlage 1 (Ministerie van EL&I, 2000)
Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats, Appendix II (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Convention on Migratory Species, Appendix 2 (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds, Annex 2 (selectie Nederlandse soorten: Ministerie van EL&I)
Staatscourant nr. 68427, 30 november 2017
Landelijke natuurmeetnetten van het NEM in 2004 (CBS, 2005)
Foto Wijnand van Buuren
Foto Kees Venneker
Foto Susanne Kuijpers
De Bontbekplevier broedt bij voorkeur op schaars begroeide plekken, zoals stranden, duinranden, laagtes bij zeedijken, strandweiden en oevers van meren, plassen en rivieren, maar ook op akker- en weiland, kunstmatige zandafzettingen en opspuitterreinen. Geheel kale vlaktes worden gemeden. De foerageergebieden liggen vlak bij het nest en bestaan uit zand- en modderbanken en oeverzones van rivieren en plassen. Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit wormen, weekdieren en kreeftachtigen. Vooral het Wadden- en Deltagebied zijn van belang voor broedende vogels en daarnaast komen kleinere aantallen voor in het Amsterdamse havengebied en de Flevopolders. Ook in het najaar en de winter is de verspreiding grotendeels beperkt tot de kustgebieden. Tijdens de trek (augustus/september) zijn grote aantallen aanwezig in het Delta- en Waddengebied, en zijn kleinere aantallen aanwezig rond het IJsselmeer, in de Flevopolders, langs het Noordzeekanaal en langs de rivieren. In de winter zijn de aantallen veel geringer en is vooral het Deltagebied van belang. De voorjaarstrek beperkt zich in nog grotere mate dan de najaarstrek tot het Delta- en het Waddengebied (Kooyman 1978, Teixeira 1979, SOVON 1987, Van Dijk et al. 1998).