Home › Soorten › Blauwborst (Luscinia svecica ssp. cyanecula)
Beschermingsplan moerasvogels 2000-2004 (Ministerie van EL&I, 2000)
Soort in Bijlage I (artikel 4 lid 1 Vogelrichtlijn) met het beschermingsregime van de artikelen 3.1 en 3.2 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Soort in Bijlage II Verdrag van Bern met het beschermingsregime van de artikelen 3.5 en 3.6 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Publicatieblad van de Europese Unie L 236 van 23.9.2003 (selectie: Nota van Antwoord Vogelrichtlijn, Bijlage 1A in Bijlage 1; Ministerie van EL&I, 2000)
Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats, Appendix II (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Convention on Migratory Species, Appendix 2 (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Handboek Natuurdoeltypen, bijlage 3 (Ministerie van EL&I, 2001)
Onbekend
Landelijke natuurmeetnetten van het NEM in 2004 (CBS, 2005)
Foto Hans van der Meulen
Foto Kees Venneker
De Blauwborst is gebonden aan vochtige gebieden met plaatselijk dichte, struikenrijke vegetatie, zoals moerassen, vennen, rivieren, beken, kanalen en sloten, voormalige getijdengebieden, natte heidegebieden, hoogveengebieden, maar ook akkergebieden (koolzaad), braakliggende terreinen en spoorbanen. De grootste aantallen broeden in Nederland in verruigd rietland met opslag van wilg en/of vlier. Een slikkige oever of anderzijds kale bodem biedt goede foerageermogelijkheden, terwijl plaatselijk dichte vegetatie dienst doet als nestgelegenheid en als zangpost. De laatste decennia heeft de soort zich sterk uitgebreid en broedde vanaf de jaren tachtig in alle delen van Nederland (Schmidt 1970, SOVON 1987, Van Dobben & Jukema 1994, Hustings et al. 1995).