Home › Soorten › Bergeend (Tadorna tadorna)
Soort als bedoeld in artikel 4 lid 2 Vogelrichtlijn met het beschermingsregime van de artikelen 3.1 en 3.2 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Soort in Bijlage II Verdrag van Bern met het beschermingsregime van de artikelen 3.5 en 3.6 Wet natuurbescherming, gepubliceerd in Staatsblad nummer 34, jaargang 2016.
Nota van Antwoord Vogelrichtlijn, Bijlage 2A in Bijlage 1 (Ministerie van EL&I, 2000)
Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats, Appendix II (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Convention on Migratory Species, Appendix 2 (selectie Nederlandse soorten: EL&I)
Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds, Annex 2 (selectie Nederlandse soorten: Ministerie van EL&I)
Handboek Natuurdoeltypen, bijlage 3 (Ministerie van EL&I, 2001)
Landelijke natuurmeetnetten van het NEM in 2004 (CBS, 2005)
Foto Hans van der Meulen
Foto Kees Venneker
De Bergeend concentreert zich na het broedseizoen vooral in de kustzone (o.a. de Westerschelde, het Haringvliet en de Waddenzee) en op de Steile Bank. In juli vindt er langs de Hollandse kust massale trek plaats naar de Duitse ruigebieden. Sinds het begin van de jaren negentig gebruiken grote groepen ook het Nederlandse Waddengebied om te ruien, en daarnaast komen kleinere ruiconcentraties voor in de Westerschelde, het Haringvliet en het Lauwersmeer. Vanaf september nemen de aantallen vooral in het Waddengebied en iets later ook in het Deltagebied (en vooral in strenge winters) sterk toe. De enige andere plaatsen waar incidenteel grote groepen Bergeenden overwinteren is langs de Randmeren en in de Oostvaardersplassen. De soort foerageert veelal op het drooggevallen wad op schelpdieren en kreeftachtigen en tijdens de rui ook op open water waar wordt gefoerageerd op wieren en de daarop vastgehechte poliepen. Rustende Bergeenden gebruiken voornamelijk open zandige gebieden, zoals stranden, wadplaten en opspuitterreinen (Voous 1960, Platteeuw 1980, SOVON 1987, Van Roomen et al. 1994, Swennen & Mulder 1995, Voslamber et al. 1997, Cramp 1998).